AOV Fraude: stratenmaker moet Aegon ruim 100.000 euro terugbetalen
Het Gerechtshof in Amsterdam heeft een stratenmaker in hoger beroep veroordeeld tot het terugbetalen van ruim een ton aan i.v.m. zijn Aegon AOV. De man ontving een AOV-uitkering van de verzekeraar in verband met rugklachten. Aegon werd achterdochtig toen het foto’s zag waarop de man meewerkte aan de renovatie van een schoolplein en hij deelnemer was op een Street Golf-evenement. In tegenstelling tot de rechtbank vond het Gerechtshof een persoonlijk onderzoek wel een gepast onderzoeksmiddel.
Frauderende stratenmaker moet Aegon ruim 100.000 euro terugbetalen
De stratenmaker had aangegeven sinds 2009 zijn werk als stratenmaker niet meer te kunnen uitvoeren. Buigen, draaien, knielen en autorijden bezorgden hem een ‘continue, zeurende pijn’ in zijn rug. Aegon stelde vast dat hij als eigenaar van het stratenmakersbedrijf nog 10 uur per week ondernemerstaken kon verrichten en 5 uur administratieve taken. Voor uitvoerend werk werd hij volledig ongeschikt verklaard.
Een aantal openbare publicaties deed echter de wenkbrauwen fronsen bij Aegon, waarop een onderzoek werd ingesteld.
Street Golf
Zo vermeldde de website van het stratenmakersbedrijf de betrokkenheid van de man bij de renovatie van een schoolplein. Op de foto’s bij het artikel was hij in houdingen te zien waartoe hij naar eigen zeggen niet meer in staat was. Medewerkers van de verzekeraar vonden ook foto’s van de man tijdens een wedstrijd Street Golf, zagen hem terug in een Youtube-video over de plaatsing van zonnepanelen, en troffen een online nieuwsbrief aan waarin hij werd bedankt voor zijn hulp op een klusdag.
De stratenmaker vond dat de berichten uit de context waren gehaald en nam het Aegon kwalijk dat zij daarop kozen voor een observatie, in plaats van een gesprek. De proportionaliteit van het onderzoek werd door het Gerechtshof niet betwist. De veronderstelde fysieke beperkingen en de handelingen op het aangetroffen fotomateriaal waren dusdanig tegenstrijdig, dat er voor het Hof voldoende aanleiding was voor een redelijke verdenking van verzekeringsfraude.