Hoge Raad: AO-verzekeraar heeft handelingsvrijheid bij medische keuring
Verzekeraars zijn vrij om zelf een keuringsarts aan te wijzen om het percentage arbeidsongeschiktheid bij hun verzekerden vast te stellen. Ook het hanteren van een bezwaartermijn van 30 dagen is geen oneerlijk beding. Dit blijkt uit prejudicieel oordeel van de Hoge Raad in een conflict tussen Nationale-Nederlanden en een van haar verzekerden.
Hoge Raad: AO-verzekeraar heeft handelingsvrijheid bij medische keuring
In de kwestie heeft de verzekerde sinds 2001 een AO-polis voor zelfstandigen bij NN. De man, die werkt als consultant, meldt zich in 2007 met vermoeidheidsklachten bij zijn verzekeraar. Een psycholoog stelt vast dat hij onder meer lijdt aan een aanpassingsstoornis waarop de man voor 80 tot 100% wordt afgekeurd. In de jaren daarna, tot eind december 2013, krijgt hij een uitkering op basis van telkens wisselende AO-percentages. Vanaf eind 2013 is het AO-percentage volgens NN echter lager dan 25% en heeft de man geen recht meer op een uitkering.
Nieuw arbeidsdeskundig rapport
Amper een half jaar lager meldt de verzekerde zich weer arbeidsongeschikt bij NN. Hij is opnieuw oververmoeid en heeft daar nu een medische verklaring voor: hij lijdt aan sarcoïdose en hemochromatose. Op basis van een nieuw arbeidsdeskundig rapport laat NN hem echter weten dat het AO-percentage nog altijd minder dan 25% bedraagt.
Oneerlijk beding
Daar is consultant het niet mee eens. Hij stapt naar de rechter, niet alleen om af te dwingen dat NN de AO-uitkering hervat, maar ook dat hij met terugwerkende kracht voor de hele eerste AO-periode een uitkering voor 100% omdat hij ook toen al aan sarcoïdose en hemochromatose zou hebben geleden. De rapporten van de arbeidsdeskundige van NN zouden buiten beschouwing moeten blijven omdat ze eenzijdig, zonder overleg met hem, zouden zijn opgesteld en daarom kwalificeren als een oneerlijk beding.
Geen aankopingspunten
De verzekerde wordt in verschillende instanties door de rechtbank in het ongelijk gesteld wat betreft zijn eis voor een volledige uitkering voor de periode tot 31 december 2013, omdat het dossier geen aanknopingspunten biedt voor de conclusie dat hij in die periode volledig arbeidsongeschikt was. Ook stelt de rechter vast dat voor de periode vanaf 2014 nog niet al op basis van de medische behandelinformatie kan worden vastgesteld dat sprake is volledige arbeidsongeschiktheid in de zin van de polis.
Prejudiciële vragen
Vervolgens is het aan de Hoge Raad om te bepalen of de keuringsrapporten van NN buiten beschouwing moeten blijven omdat de consultant er geen inspraak op zou hebben gebeld. In haar antwoorden op de prejudiciële vragen stelt de Hoge Raad allereerst vast dat man daadwerkelijk een beroep kan doen op de richtlijn 93/13/EEG voor oneerlijke bedingen van bedrijven richting consumenten. Weliswaar ging de man de verzekering aan uit hoofde van zijn bedrijf, hij moet volgens de Hoge Raad nog steeds worden aangemerkt als consument.