fbpx
Image
Image

Adfiz: ‘Recht op herbeoordeling staat niet helder in AOV’

 Bij veel arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (AOV’s) staat het recht op een herbeoordeling niet duidelijk, of zelfs helemaal niet, in de polisvoorwaarden. Dat blijkt uit het onderzoek Clarus 3.0 naar AOV’s dat branchevereniging Adfiz woensdagmiddag publiceerde. Ook de beschrijving van de inloopregeling kan beter.

Adfiz: ‘Recht op herbeoordeling staat niet helder in AOV’
Adfiz toetste in het onderzoek Clarus 3.0 voor de derde keer sinds 2011 of de polisvoorwaarden van AOV’s duidelijk zijn. De brancheorganisatie onderzocht 113 polissen van 14 verzekeraars en 4 gevolmachtigden.

Geen rechten
Het onderzoek laat volgens Adfiz zien dat er nog aardig wat polissen zijn waarin het recht op herbeoordeling onduidelijk of niet geregeld is. De onderzoekers noemen het onwenselijk dat consumenten bij die verzekeringen geen mogelijkheid hebben om de beslissing van de verzekeraar ter discussie te stellen. Zij kunnen daardoor alleen terugvallen op een klacht bij het Kifid of een andere juridische procedure starten.

Slechts in een beperkt aantal gevallen is het recht op herbeoordeling (of contra-expertise, of second opinion) helder in de voorwaarden opgenomen. Bij sommige producten is dit recht vastgelegd in aanvullende productinformatie en niet in de polisvoorwaarden, waardoor er lastiger of geen rechten aan ontleend kunnen worden. Bij elf nieuw afsluitbare AOV’s vond Adfiz geen enkele mogelijkheid tot herbeoordeling.

Inloopregeling
Ook de inloopregeling wordt slechts door een paar AOV’s beschreven. Zonder goede inloopdekking is er bij oversluiten van een AOV een periode van minimaal een maand waarin de oude verzekering is opgezegd maar de nieuwe feitelijk nog niet is ingegaan. Vaak wordt inloop volgens de Adfiz-onderzoekers alleen beschreven in interne acceptatierichtlijnen van de verzekeraar. “In offertes worden echter de polisvoorwaarden genoemd. Als in die polisvoorwaarden de inloopregeling niet benoemd is kunnen er minder of wellicht geheel geen rechten aan worden ontleend. Dit maakt overstappen naar een andere verzekeraar onnodig risicovol.”

Eenzijdige schadevaststelling bij AOV is geen oneerlijk beding

Advies aan Hoge Raad: ‘Eenzijdige schadevaststelling bij AOV is geen oneerlijk beding

AOV-verzekeraars mogen in hun voorwaarden bepalen dat de schade wordt vastgesteld aan de hand van gegevens van door de maatschappij aan te wijzen medische en andere deskundigen. Zo’n voorwaarde is geen oneerlijk beding. Dat adviseert de procureur-generaal aan de Hoge Raad over prejudiciële vragen in een conflict tussen een zelfstandig consultant en Nationale-Nederlanden. Hij noemt het wel ‘wenselijk’ dat de branche nadenkt over inspraak van de verzekerde bij het aanwijzen van deskundigen.

Advies aan Hoge Raad: ‘Eenzijdige schadevaststelling bij AOV is geen oneerlijk beding’
Het advies van de procureur-generaal volgt op een slepend conflict tussen een zelfstandig ondernemer met zijn verzekeraar Nationale-Nederlanden. De consultant heeft een AOV van NN en raakt in 2007 arbeidsongeschikt. Door de jaren heen is er sprake van herstel en terugval. Deskundigen stellen verschillende percentages van arbeidsongeschiktheid bij de man vast.

Vooral een rapport van een verzekeringsgeneeskundige waaruit NN in 2014 afleidt dat de man niet langer voor 25% of meer arbeidsongeschikt is, stuit op bezwaren bij de consultant. Dat oordeel betekent dat de man zijn uitkering verliest. Zijn internist stelt dat hij lijdt aan aanhoudende vermoeidheid bij sarcoïdose (ontstekingsziekte) en hemachromatose (ijzerstapelingsziekte). NN wijst privéomstandigheden aan als oorzaak van de vermoeidheid.

Oneerlijk beding
In de rechtsprocedure die hierop volgt betoogt de consultant dat polisvoorwaarde 14 uit de AOV een oneerlijk beding is. In die voorwaarde staat dat de verzekeraar de mate van arbeidsongeschiktheid, de omvang van de uitkering en de periode waarvoor die zal gelden, vaststelt aan de hand van gegevens van door de maatschappij aan te wijzen medische en andere deskundigen. Als de verzekeringnemer niet binnen 30 dagen bezwaar aantekent, wordt hij gedacht het standpunt van de verzekeraar te aanvaarden.

Niet meebeslissen
Volgens de consultant beperkt die bezwaartermijn de wettelijke rechten van de verzekeringnemer bij wanprestatie door de verzekeraar. Maar bovenal vindt hij het oneerlijk dat de verzekeraar de bevoegdheid heeft deskundigen aan te wijzen, terwijl hij als verzekerde niet mag meebeslissen over de aan te wijzen deskundigen en over de aan hen verstrekte opdracht. De rechtbank Den Haag heeft dit vervolgens ter beoordeling bij de Hoge Raad neergelegd.

Aanvechtbaar
De procureur-generaal, het hoofd van het Parket bij de Hoge Raad, wijst beide argumenten van de man van de hand. Als het onbenut laten van de bezwaartermijn zou leiden tot het verval van recht van de verzekerde om aanspraak te maken op een (hogere) uitkering dan zou dit mogelijk in strijd komen met de verjaringstermijn. Maar daarvan is geen sprake, vindt hij. Volgens het advies is de termijn van 30 dagen geen vervaltermijn. Ook na die maand kan een verzekerde nog zijn zaak aan een rechter voorleggen. De vaststelling van de verzekeraar kan dus aangevochten worden.

Arag laat vordering op tussenpersoon verjaren en komt daarmee weg

 Een tussenpersoon die een klant liet weten dat het verzekerde bedrag op zijn AOV is verhoogd, maar naliet de wijziging ook daadwerkelijk door te voeren, hoeft niet langer bang te zijn dat hij een advocaat op zijn dak krijgt. Arag liet de vordering op de adviseur verjaren, maar omdat de man daar zelf medeschuldig aan is en de vordering onhaalbaar wordt geacht, hoeft de rechtsbijstandsverzekeraar de zaak niet voort te zetten. Dat oordeelt Kifid in een recente uitspraak.

Arag laat vordering op tussenpersoon verjaren en komt daarmee weg
Een ongediertebestrijder laat in maart 2007 het verzekerd bedrag van zijn AOV verhogen van € 30.000 naar € 40.000. Tevens wil hij zijn werkzaamheden aanpassen van sloopwerkzaamheden naar ongediertebestrijding. Zijn tussenpersoon bevestigt per brief dat het bedrag is verhoogd en meldt dat hij een vragenlijst over zijn beroep moet invullen.

Geschil over dekking
Een maand later raakt de man door een auto-ongeluk arbeidsongeschikt. Zijn verzekeraar verleent dekking, maar er ontstaat wel een geschil over de mate van dekking. De man schakelt daarom in 2010 Arag in. Die bereikt over dat geschil namens de consument een overeenkomst met de AOV-verzekeraar.

Tijdens dat proces vindt de man ook weer de brief waarin zijn tussenpersoon bevestigt dat het verzekerd bedrag is verhoogd naar € 40.000. De verzekeraar heeft steeds gerekend met € 30.000. Dat meldt hij in november 2013 aan Arag. Hij wil dat de rechtsbijstandsverzekeraar de schade die hij hierdoor lijdt, verhaalt op zijn tussenpersoon.

Externe advocaat
In mei 2014 besteedt Arag de zaak uit aan een externe advocaat. Die krijgt de opdracht de zaak tegen de AOV-verzekeraar voort te zetten en te onderzoeken of de tussenpersoon aansprakelijk kan worden gehouden.

Deze website is  SSL beveiligd 

©2025 Dreamview | Designed, Developed & Hosted by DreamView ICT & Internet Services

GOEDE KEUZE:✅

Start hier met Slimme Combinatie van AOV & Broodfonds
Close and go back to page