Op 15 maart 2013 bezocht een zzp’er zijn huisarts. Hij had wat last van stress door een belastingachterstand, enkele privéproblemen en hij moest binnenkort spreken als dagvoorzitter op een buitenlands congres. De huisarts schreef wat kalmerends voor en gaf hem bètablokkers voor het congres. Toen de zzp’er een jaar later een aov sloot, maakte hij geen melding van dit artsbezoek. De Amersfoortse ontdekte het en vorderde de uitkering die hij kreeg sinds 2015 terug. Terecht, volgens de rechtbank in Utrecht.
De man die zelfstandig werkte als trainer en adviseur, had geen acht geslagen op het consult van zijn huisarts. Hij had naar eigen zeggen alleen wat last gehad van plankenkoorts, meer dan zenuwen waren het niet geweest. In het verslag van de huisarts werden echter ook andere zaken genoemd. De huisarts noteerde dat de man wat ‘vlakker’ was en gespannen, maar niet depressief. “Wat erop wijst dat hij wel aan die mogelijkheid gedacht heeft”, schrijft de rechtbank.
Kalmerende middelen
Het feit dat de huisarts kalmerende middelen voorschreef, wijst er volgens de rechter op dat er meer aan de hand was dan ‘een beetje plankenkoorts.’ “Daarvoor gaan mensen meestal niet naar de huisarts, en huisartsen zullen daar meestal geen medicijnen voor voorschrijven.”
Stressklachten
De consument vond zijn huisartsbezoek echter niet relevant. In 2002 had hij al eens stressklachten gehad die hij ook keurig vermeldde op zijn aanvraagformulier. Die klachten waren volgens hem veel ernstiger dan die in 2013, een voorgeschiedenis waarin De Amersfoortse geen belemmering voor acceptatie zag. “Dat is niet overtuigend”, schrijft de rechter, “omdat die nieuwe klachten dateren van maar anderhalf jaar voor het sluiten van de verzekering. Dat is toch iets anders dan stressklachten van 12 jaar eerder.”