Kennisbank AOV-ZZP.NL
In deze AOV-zzp.nl Kennisbank met een bijzonder complete verzameling documenten, is alles te vinden wat met de kleine ondernemer , ZZP-er en de DGA van belang is in relatie tot het verzekeren van arbeidsongeschiktheid, de wetgeving, de verschillende a.o. dekkingen, AOV vangnet, de acceptatie, de schadevaststelling etc...
Gebruikelijk is een eindleeftijd van een verzekering. Zowel de verzekering als de uitkering lopen dan door tot maximaal deze eindleeftijd. Het is ook mogelijk om deze twee uit elkaar te trekken.
Dit kan interessant zijn voor een beroep waarbij het risico van arbeidsongeschiktheid gedekt moet zijn tot bijvoorbeeld de 55-jarige leeftijd. Maar al aer arbeidsongeschiktheid optreedt, geldt er toch een uitkering tot bijvoorbeeld de 65-jarige leeftijd.
De premie voor een AOV zijn meestal vastgesteld in de vorm van een gelijkblijvend (=standaard) tarief en een leeftijdsafhankelijk tarief (combinatietarief), waarbij de premie stijgt tot een bepaalde leeftijd en daarna vaste vorm aanneemt.
Ten aanzien van de hoogte van het verzekerde bedrag is het gebruikelijk om uit te gaan van 80% va het gemiddelde inkomen van de ondernemer, berekend over de afgelopen drie jaar. De uitkeringshoogte is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Ook hierbij zijn er variaties te bedenken.
Het is mogelijk om tijdelijk een uitkering te ontvangen die op 100% van het gemiddelde inkomen ligt. bijvoorbeeld voor het eerste jaar van de uitkering. Het alternatief is om juist een product te creeren, waarbij er in een bepaalde levensfase een hogere uitkering volgt.
Bijvoorbeeld een hogere uitkering als de verzekerde arbeidsongeschikt wordt tussen de 40- of 50-jarige leeftijd. Deze hogere uitkering heeft dan weer als doel om hogere kosten in deze levensfase op te vangen. Denk hierbij met name aan studerende kinderen. Een dekking tot 80% van het inkomen kan in bepaalde situaties te laag zijn. Omdat er naast de uitgaven voor de ondernemer voor de dagelijkse levensbehoeften, ook andere kostenposten zijn die wel gefinancierd moeten worden. Denk aan;
- vervangings- of waarnemingskosten;
- vaste (bedrijfs)lasten;
- de pensioendotatie, voor dga's met een pensioenopbouw in eigen beheer.
De markt is momenteel vol van AOV's met dekkingen in alle soorten en maten met bovendien grote aanvangskortingen op de premie. Maar de particuliere verzekeraars zijn niet verplicht de zelfstandige te verzekeren.
Wat te doen als geen enkele verzekeraar de zelfstandig ondernemer accepteert?
Het UWV reikt de helpende hand met de vrijwillige voortzetting.
De zelfstandig ondernemer zal doorgaans meer gebaat zijn bij een reguliere arbeidsongeschiktheidsverzekering dan bij een vrijwillige verzekering. Voor de bepaling van arbeidsongeschiktheid biedt bij private verzekeraars een ruimere bescherming. Dit komt omdat bij de private arbeidsongeschiktheidsverzekering bij de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van het beroep van de zelfstandige of van zijn opleiding kennis en ervaring. een zeer belangrijk onderscheid.
De verzekering staat momenteel nog open voor beperkte groep zelfstandigen:
- de WAZ-uitkeringsgerechtigde die zich na het beeindigen van de WAZ-uitkering opnieuw wil verzekeren tegen het risico van arbeidsongeschiktheid;
- een startende ondernemer, als deze zich binnen drie maanden na de start (datum inschrijving Kamer van Koophandel) aanmeldt voor deze verzekering bij de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar.
De verzekering is bedoeld voor zelfstandigen die geen polis met uitsluitingen of verhoogde premie willen of kunnen afsluiten. Ook wanneer de zelfstandige voor de normale arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt geweigerd, kan de AOV-vangnetverzekering worden aangeboden. De dekking van deze verzekering is gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidscriterium, dat ook van toepassing is bij de WIA (gangbare arbeid).